Voeding & diëtetiek
Als VBVD-lid ben je automatisch geabonneerd
Niet-VBVD-leden kunnen zich abonneren voor slechts € 75 per jaar incl. digitale toegang.
Een los nummer bestellen? Dat kan! Voor een recent exemplaar (minder dan 6 maand na uitgave) betaal je € 12,50 voor oudere nummers € 3,00
(+ verzendkosten: € 5 naar België, € 8 buiten België).
Het artikel dat je zoekt niet gevonden? Of staat het in een ouder tijdschrift? Aarzel niet om ons te contacteren en wij zoeken het voor je op.
1. Editoriaal – Hoofdredactrice Britt Van de Voorde
Inleiding
2. VBVD nieuws: Winaars Week van de Diëtist, maak kennis met Elke Leclyse
In de mei-juni 2025 editie van het VBVD-nieuws wordt uitgebreid verslag gedaan van de Week van de Diëtist. De drie prijswinnaars van de campagne worden in de kijker gezet. De eerste plaats ging naar Diëtisten ZAS, die met een kort filmpje het misverstand rond het beroep van diëtist rechtzetten. De tweede plaats werd behaald door Diëtistenkring Schelde-Rupel, die via affiches en aanwezigheid op het lenteforum de veelzijdigheid van hun beroep benadrukten. Derde werden de studenten van Thomas More in Geel, die op hun campus voedingseducatie en mythes rond voeding op een toegankelijke manier bespraken.
Daarnaast wordt Elke Lecluyse voorgesteld, coördinator communicatie bij VBVD. Ze speelt een centrale rol in het versterken van de zichtbaarheid en positionering van diëtisten in Vlaanderen. Haar persoonlijke ervaring met eetstoornissen gaf haar carrière richting, en ze combineert nu haar communicatietalent met haar praktijkervaring. Elke benadrukt het belang van verbondenheid, zelfzorg en specialisatie binnen het vak. Ze wil blijven inzetten op communityvorming en het ontwikkelen van ondersteunende materialen voor diëtisten. Haar werk wordt gekenmerkt door energie, betrokkenheid en het geloof dat samenwerking binnen het beroep cruciaal is voor verdere groei en erkenning.
3. Diabetes: naar een nieuw beeld van diabetes type 1 - Inge Everaert
Het artikel “Naar een nieuw beeld van diabetes type 1” bespreekt hoe deze auto-immuunziekte al jaren vóór de eerste symptomen kan worden opgespoord via auto-antilichamen in het bloed. Deze vroegtijdige opsporing maakt het mogelijk om proactief educatie en begeleiding te starten, ernstige complicaties zoals diabetische ketoacidose te voorkomen en eventueel deel te nemen aan studies naar preventieve behandelingen.
Er bestaan twee belangrijke screeningsmethoden: genetische screening (die het risico inschat via een genetische risicoscore) en screening op auto-antilichamen (die een vroege diagnose stelt). Internationaal lopen projecten zoals GPPAD en Fr1Da. In Italië is vanaf 2024 universele screening bij kinderen wettelijk toegestaan.
Hoewel een vroege diagnose voordelen biedt, zoals minder stress bij patiënten en minder kans op misdiagnose, vraagt ze ook om psychologische ondersteuning. In België kunnen eerstegraadsverwanten van mensen met type 1 zich laten screenen via lopende studies. Behandelingen zoals Teplizumab tonen aan dat de ziekte tot enkele jaren kan worden uitgesteld, al zijn deze nog niet breed beschikbaar.
De huidige focus ligt op onderzoek, vroegdetectie en begeleiding. Algemene screening van de bevolking is in België voorlopig nog niet mogelijk, maar wetenschappelijke ontwikkelingen bieden veelbelovende perspectieven voor preventie en tijdige zorg.
4. Diabetes: type 1 diabetes en eetstoornissen: inzetten op preventie – Christel Hendrickx
Jongeren met type 1 diabetes lopen een verhoogd risico op verstoord eetgedrag en eetstoornissen zoals eetbuistoornis, boulimia en de zogenaamde ‘diaboulimia’ (het opzettelijk overslaan van insuline). Dit verhoogde risico wordt beïnvloed door meerdere factoren. Het gewichtsverlies vóór de diagnose wordt soms als positief ervaren, terwijl gewichtstoename door insulinetherapie als storend wordt gezien. Daarnaast leidt de focus op voeding, beweging en insuline tot een verhoogde aandacht voor eetgewoonten, wat kan ontaarden in een obsessieve relatie met voeding.
Ook psychologische factoren zoals diabetes-gerelateerde stress, depressie en angst kunnen bijdragen tot emotioneel eten en eetbuien. Fysiologisch speelt het wegvallen van natuurlijke insulineproductie een rol in het verstoorde honger- en verzadigingsgevoel. Signalen van eetstoornissen uiten zich onder andere in een onregelmatige zelfzorg, schommelende glucosewaarden en verhoogde HbA1c-waarden.
Hoewel er nog geen effectieve standaardbehandeling is, wijst recent onderzoek op het belang van een multidisciplinaire aanpak. De diëtist speelt hierin een centrale rol door empathisch te luisteren en de jongere te begeleiden bij het ontwikkelen van een gezonde relatie met voeding, insuline en lichaamsbeeld. Vroegtijdige herkenning en preventie zijn cruciaal. Open communicatie, veilige omgeving en aandacht voor lichaamstevredenheid vormen de basis voor ondersteuning. Meer onderzoek blijft nodig.
5. Preventie van diabetes type 2 in Vlaanderen – Lampaert A. Verstraete S. Vanhecke J.
Het artikel bespreekt de toenemende prevalentie van diabetes type 2 in Vlaanderen en de noodzaak tot preventie. Ongeveer 10% van de volwassen Vlamingen heeft diabetes, waarvan het merendeel type 2. Een derde van hen is zich daar niet van bewust, wat het risico op complicaties verhoogt. De aandoening is grotendeels te voorkomen via een gezonde leefstijl. Het Vlaamse project HALT2Diabetes richt zich op vroegtijdige opsporing en preventie bij 45-plussers met verhoogd risico. De kern van het project is een tweestapsmethode: eerst een eenvoudige risicotest (FINDRISC), gevolgd door medische opvolging bij een score van 12 of hoger.
Het Gezondheidskompas, een online tool, helpt burgers hun risico in te schatten en geeft gepersonaliseerd leefstijladvies. Bij een verhoogd risico worden mensen doorverwezen naar groepssessies “Gezonde Voeding op Verwijzing”, begeleid door speciaal opgeleide diëtisten. Sinds 2019 zijn al meer dan 1.500 mensen begeleid, en 98 diëtisten opgeleid. De diëtist speelt een sleutelrol in screening, begeleiding en educatie. De uitrol van HALT2Diabetes gebeurt stapsgewijs in samenwerking met lokale zorgnetwerken. Het artikel besluit dat preventie urgenter is dan ooit en benadrukt de cruciale rol van diëtisten in deze aanpak.
6. Diabetes: sportvoeding voor duursporters met type 1 diabetes – Simon Helleputte
Dit artikel bespreekt de uitdagingen en strategieën rond sportvoeding voor duursporters met type 1 diabetes (T1D). Fysieke activiteit is essentieel voor mensen met T1D, maar hun glucoseregulatie tijdens inspanning is verstoord door exogene insuline, verminderde hormonale reacties en verhoogde spiercontractie-gestimuleerde glucoseopname. Dit verhoogt het risico op hypoglycemie. De bloedsuikerspiegel daalt gemiddeld 70–90 mg/dL per uur bij matige inspanning.
Het artikel behandelt drie belangrijke voedingsmomenten:
- Voor de inspanning: Koolhydraatstapeling (carb loading) is mogelijk bij T1D, mits goede insulineaanpassing en monitoring. Dit kan prestaties verbeteren, maar vereist zorgvuldige voorbereiding.
- Tijdens de inspanning: Koolhydraatinname dient zowel prestatie als glucosecontrole. Aanbevolen is 60–90 g KH/uur, met individuele aanpassing. Fructose kan een alternatief zijn voor glucose, met minder impact op de bloedsuiker.
- Na de inspanning: Herstel vereist snelle glycogeenaanvulling. Inname van 0,8 g KH/kg/uur met 0,4 g eiwit/kg/uur is effectief. Insuline moet aangepast worden om hypo- of hyperglycemie te voorkomen.
Het artikel benadrukt het belang van gepersonaliseerde strategieën, continue glucosemonitoring en samenwerking met zorgverleners voor veilig en effectief sporten met T1D.
7. Sportvoeding: pillen, poeder en shakes – Tovenarij of wetenschap? – Jonas Vandecauter
Dit artikel bespreekt het belang van sportvoeding en supplementen voor prestatieverbetering bij sporters. De basis blijft een uitgebalanceerde voeding, aangepast aan het type sport: krachtsporters hebben baat bij voldoende eiwitten, duursporters bij koolhydraten. Supplementen kunnen in specifieke situaties een meerwaarde bieden, maar zijn geen wondermiddelen.
Er worden zeven supplementen besproken:
Vitamine D en ijzer: nuttig bij tekorten, vooral in de winter of bij vrouwelijke sporters.
Natriumbicarbonaat: verhoogt de buffercapaciteit tegen verzuring, maar kan maagklachten veroorzaken.
Beta-alanine: verhoogt spiercarnosine en werkt goed bij intensieve inspanningen.
Cafeïne: verbetert alertheid en prestaties, maar kan bijwerkingen geven.
Creatine: ondersteunt spiergroei en explosieve kracht, maar kan gewichtstoename veroorzaken.
Eiwitten: essentieel voor spieropbouw, maar meestal via voeding voldoende beschikbaar.
Nieuwe drankjes zoals ketonen, kersensap en bietensap tonen potentieel, maar missen nog voldoende wetenschappelijke onderbouwing.
Het artikel benadrukt dat supplementen individueel getest moeten worden, omdat genetische verschillen (zoals bij cafeïne) de effectiviteit beïnvloeden. Veiligheid is cruciaal: gebruik enkel goedgekeurde producten en vermijd overdosis. Diëtisten spelen een sleutelrol in het begeleiden van sporters met een evidence-based aanpak.
8. Sportvoeding: gezonde voeding in de sportclub – Sofie Verdoodt
Dit artikel benadrukt het belang van gezonde voeding in sportclubs en de rol van de diëtist als begeleider. Sportclubs zijn ideale omgevingen om gezonde eetgewoonten te stimuleren, maar vaak domineren ongezonde snacks en frisdranken het aanbod. Diëtisten kunnen clubs helpen bij het ontwikkelen van een evenwichtig voedingsbeleid dat aansluit bij de noden van sporters, trainers en ouders.
De voordelen van een gezond voedingsbeleid zijn talrijk: het bevordert sportprestaties, mentaal welzijn, teamgevoel en duurzaamheid. Clubs die gezondheid promoten, trekken vaak meer leden aan. Toch bestaan er bezwaren, zoals angst voor omzetverlies of gebrek aan vrijwilligers. Onderzoek toont echter aan dat gezonde kantines op termijn financieel even goed of zelfs beter presteren.
Gezond Leven ontwikkelde een 7-stappenplan voor clubs. Diëtisten worden aangemoedigd om sportclubs actief te benaderen en te begeleiden in dit proces. Zo dragen ze bij aan een gezondere sportomgeving én samenleving.
9. Uitgeklaard: Gebruik van natrium arm zout – Michaël Sels
Dit artikel licht de nieuwe WHO-richtlijn toe over het gebruik van natriumarme zoutvervangers (LSSS) ter bevordering van de cardiovasculaire gezondheid. Wereldwijd sterven jaarlijks 1,9 miljoen mensen door een te hoge natriuminname. De WHO adviseert minder dan 2 gram natrium per dag, terwijl de gemiddelde inname in 2019 op 4,3 gram lag. Natriumarme zoutvervangers, die deels kaliumchloride bevatten, kunnen helpen de bloeddruk te verlagen en het risico op hart- en vaatziekten te verminderen.
Een systematische review van 26 studies toont aan dat deze vervangers effectief zijn in het verlagen van de bloeddruk, vooral bij mensen met een verhoogd cardiovasculair risico. Personen met nierproblemen werden uitgesloten, omdat een verhoogde kaliuminname voor hen schadelijk kan zijn.
De WHO beveelt aan om keukenzout te vervangen door natriumarme zoutvervangers, mits er geen medische contra-indicaties zijn. Diëtisten spelen een cruciale rol in de implementatie van deze richtlijn door cliënten te screenen op gezondheidsrisico’s, hen te informeren over het gebruik van zoutvervangers en gezonde eetpatronen te bevorderen. De richtlijn benadrukt dat het verlagen van de totale zoutinname essentieel blijft voor een betere hartgezondheid.
10. In de praktijk – vaker lekker plantaardig – Ariane Louwaege en Amy Verbeke
Dit artikel benadrukt de voordelen van een meer plantaardig eetpatroon voor de gezondheid, het milieu en de portemonnee. De gemiddelde Belg eet te veel dierlijke en te weinig plantaardige eiwitten. Een verschuiving naar meer plantaardige voeding – zoals peulvruchten, noten, volle granen en groenten – kan het risico op chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker verlagen, en de immuniteit versterken.
Ook ecologisch is de impact groot: dierlijke producten hebben een hogere ecologische voetafdruk. Een Belgisch dieet met 60% plantaardige eiwitten kan de uitstoot van broeikasgassen met 30% verminderen. Vooral rood vlees, zuivel, snacks en dranken dragen sterk bij aan de klimaatbelasting. Duurzamere keuzes zijn peulvruchten, tofu en vleesvervangers.
Financieel loont het ook: door vleesconsumptie te halveren, kan men tot €750 per jaar besparen. Diëtisten kunnen cliënten begeleiden met recepten, voorraadtips en eenvoudige richtlijnen. Het Vlaams Instituut Gezond Leven biedt een “totem” en receptenboekje aan als hulpmiddel.
Kortom: plantaardiger eten is haalbaar, betaalbaar en gezond. Elke stap telt, en diëtisten spelen een sleutelrol in deze eiwitshift.
11. Recensie: Voeding en Sport – Zohra Daems
Deze recensie bespreekt de vernieuwde editie van het boek Voeding en Sport door Anja van Geel, Joris Hermans en Marijn de Wit. Het boek combineert jarenlange ervaring met frisse inzichten en is bedoeld voor zowel sportdiëtisten als sporters.
- Hoofdstuk 1 behandelt de basisprincipes van voeding en inspanning, met aandacht voor energiebalans, macronutriënten, vochtinname en herstel. Recente inzichten, zoals het minder cruciale tijdstip van eiwitinname, worden besproken.
- Hoofdstuk 2 koppelt voeding aan verschillende trainingsvormen (kracht, duur, techniek) en bevat praktische casussen, tips bij verminderde eetlust en voorbeeldmenu’s.
- Hoofdstuk 3 focust op specifieke doelgroepen zoals vegetariërs, vrouwelijke sporters (met aandacht voor LEA), jongeren en parasporters. Ouders krijgen ook een rol in de voedingskeuzes van jonge sporters.
- Hoofdstuk 4 bespreekt bijzondere situaties zoals supplementgebruik, reizen en maag-darmproblemen. Het ABCD-classificatiesysteem helpt bij het beoordelen van supplementen.
- Hoofdstuk 5 biedt een praktische indeling van voedingsmiddelen (voorkeur, middenweg, uitzondering) en vormt een leidraad voor voedingsadvies.
De recensie besluit dat het boek een actueel, praktisch en goed onderbouwd naslagwerk is, met een sterke nadruk op de rol van de sportdiëtist.